Nummeriek Redeneren, een belangrijk deel van je assessment

Numeriek redeneren is een zeer belangrijk onderdeel van vrijwel elke capaciteitentest. Bij numeriek redeneren krijg je bijna altijd een tabel of een grafiek te zien. Je zult hierna een aantal vragen moeten beantwoorden over de grafiek of tabel. Er staat vrijwel altijd meer informatie in de vraag dan nodig is om tot een goed antwoord te komen. Het is belangrijk te zien welke informatie uit de tabellen en grafieken relevant is en welke informatie niet. Alleen zo kun je snel tot een goed antwoord komen.

Hieronder werken we een voorbeeld uit waarin je kunt zien wat voor soort vragen je kunt verwachten. Er zijn ook moeilijkere vragen, deze kun je bij ons volledig gratis oefenen. Ook al deze vragen zijn uitgewerkt!

Begin direct met het oefenen van numeriek redeneren

Voorbeeldvraag

numeriek-redeneren1.png

1.a Hoeveel procent van de aanmeldingen in 2015 waren meisjes?

Antwoord:

Totaal aantal aanmeldingen in 2015: 57+46 = 103

Aantal aanmeldingen meisjes: 46

Percentage meisjes van de aanmeldingen: 46/103*100% = 44.66%

1.b In welk jaar was er de grootste stijging in totale aanmeldingen?

Antwoord:

Let er op dat er om de stijging in totale aanmelding wordt gevraagd. Je moet dus de aanmeldingen van de jongens en meisjes voor alle jaren optellen. Het gaat niet om de procentuele stijging, maar om de absolute stijging.

Bij dit soort vragen kun je vaak voordat je begint met rekenen een aantal opties uitsluiten. Je ziet nu bijvoorbeeld dat het eigenlijk alleen tussen 2016 en 2017 kan zijn. Als je goed kijkt, hoef je bij deze vraag dus helemaal niet te rekenen!

1.c Hoeveel procent meer of minder meisjes zijn er in 2015 aangemeld dan jongens?

Antwoord:

Aantal aanmeldingen jongens: 57

Aantal aanmeldingen meisjes: 46

Er wordt gevraagd om het procentuele verschil van jongens naar meisjes toe. Voor het berekenen van percentages gebruik je altijd de regel :(nieuw-oud)/oud * 100%. In dit geval is het aantal meisjes nieuw en het aantal jongens oud.

(46-57)/103 * 100% = -10.7%

Er hebben zich dus 10.7% minder meisjes aangemeld dan jongens.

1.d. Als er in 2013 afgerond 14% meer meisjes zijn aangemeld dan in het jaar daarvoor, hoeveel meisjes zijn er dan aangemeld in 2012?

Antwoord:

In 2013 zijn er 56 meisjes aangemeld. Dit is 14% meer dan in 2012.

Aantal aangemelde meisjes in 2012 * 1.14 = 56.

Dit betekent dat het aantal aangemelde meisjes in 2012 = 56/1.14= 49.1

Het gaat om een afgerond percentage en meisjes laten zich niet zo goed delen, dus het aantal aangemelde meisjes in 2012 is 49.

Oefening baart kunst

Van alle onderdelen van je assessment is dit het onderdeel dat misschien wel het beste te oefenen is. Uiteindelijk lijken alle vragen vrij veel op elkaar. Als je eenmaal door hebt wat er steeds van je verwacht wordt, zul je merken dat je steeds sneller het goede antwoord geeft. Daarnaast zorgt oefenen voor meer zelfvertrouwen op het uiteindelijke assessment, waardoor je rustiger kunt blijven en minder snel fouten maakt. Bij ons kun je zo veel oefenen als je wil en is ook nog eens allemaal gratis.