Voorbeeld 3
Dit is een moeilijk voorbeeld. Het is direct duidelijk dat er geen sprake kan zijn van een monotoon of exponentieel verband, de getallen worden namelijk niet steeds groter of kleiner. Je moet dus kijken of er tussen getal 1 en getal 2 dezelfde transformatie wordt toegepast als tussen getal 3 en getal 4 of getal 4 en getal 5. Dit is het geval, er wordt telkens met 2 vermenigvuldigd.
Het andere patroon is moeilijker te vinden. Aangezien de stap van -18 tot -15 in principe geen vermenigvuldiging zal zijn, is het duidelijk dat voor het andere patroon de optelboogjes getekend moeten worden
Je ziet dat de tweede reeks niet steeds dezelfde transformatie heeft. Eerst + 3, dan +6 en dan +9. Het antwoord is dus -39.
Tip: Als een vraag meer dan 5 getallen bevat, is de kans op een van de moeilijkere patronen groter. Dit soort moeilijke patronen hoef je niet te zoeken als er maar 4 getallen gegeven zijn, dan is het namelijk niet te zien.