Analogieën Uitleg 5: Eigenschappen/Functies

Voorbeeld 1

staat tot ballet als bakker staat tot …

  1. theater : croissant
  2. avond : ochtend
  3. choreograaf : brood
  4. ballerina : meel
  5. dans : beroep

Het antwoord is in dit geval 3. “een choreograaf maakt ballet, een bakker maakt brood”.

Volgende