Verbaal Redeneren 1: Tekstbegrip

Verbaal Redeneren 1: Tekstbegrip en leessnelheid

Vragen die het tekstbegrip en leessnelheid testen, zullen vaak een langer tekstfragment bevatten. De stelling zal vaak een feit zijn dat wel of niet in de tekst staat en het is aan jou om zo snel mogelijk, maar heel precies na te gaan of de gepresenteerde stelling terug te vinden is in de tekst.

Het is belangrijk dat je het antwoord alleen op de tekst baseert en niet op je kennis of interpretatie van de tekst. Je moet aannemen dat de informatie in de tekst waar is (ook al is dit duidelijk niet het geval) en beoordelen of de stelling klopt op basis van de informatie in de tekst.

Over het algemeen is het een goede strategie om eerst het hele tekstfragment te lezen. Je krijgt vaak meerdere vragen over een tekst, waardoor het loont om de tekst eerst heel precies te lezen. Vervolgens ga je de vragen af en weet je vaak al waar je het antwoord kunt vinden.

We werken drie voorbeelden uit en vervolgens kun je zelf drie oefenopgaven doen die ingaan op het onderdeel tekstbegrip en leessnelheid.

Volgende