Voorbeeld 3
Dit is een moeilijk voorbeeld. Het is direct duidelijk dat er geen sprake kan zijn van een monotoon of exponentieel verband, de getallen worden namelijk niet steeds groter of kleiner. Er lijkt ook geen afwisselend patroon van toepassing. Je kijkt dus of er twee reeksen door elkaar heen lopen. Aangezien de getallen niet erg groot of klein worden, lijkt er geen vermenigvuldiging toegepast te worden. Teken daarom de optelboogjes.
Je ziet dat de tweede reeks niet steeds dezelfde transformatie heeft. Eerst + 3, dan +6, dan +9 en dan + 12. Het antwoord is dus 25.
Tip: Als een vraag meer dan 6 getallen bevat, is de kans op een van de moeilijkere patronen groter. Dit soort moeilijke patronen hoef je niet te zoeken als er maar 5 getallen gegeven zijn, dan is het namelijk niet te zien.