Veel mensen hebben moeite met patronen met breuken en ze zijn vaak ook lastig. Verder zijn de reeksen met breuken grofweg in twee categorieën op te delen.
Soms wordt er boven en onder de streep een verschillend patroon toegepast. Dit kan tot erg moeilijke opgaven leiden, maar deze komen gelukkig niet vaak voor in het assessment. Er worden twee voorbeelden met een normaal patroon en één voorbeeld met een patroon onder en boven de streep uitgewerkt. Vervolgens kun je zelf 3 oefenopgaven doen.