Bij vragen over interpreteren krijg je een tekst te zien, waarbij een stelling wordt gepresenteerd. Jij moet aangeven of de stelling
In tegenstelling tot het onderdeel deducties, moet je in dit geval niet alleen op de tekst afgaan. De antwoorden ‘‘met zekerheid waar’ of ‘met zekerheid niet waar’, moeten wel volledig uit de tekst volgen. Voor de antwoorden ‘waarschijnlijk waar’ of ‘waarschijnlijk niet waar’, moet je de informatie in tekst beoordelen op basis van jouw algemene kennis over het onderwerp. Als er op basis van de tekst geen conclusie te trekken is over de stelling, is het antwoord ‘onvoldoende informatie’.
Voorbeeld
Bij een onderzoek onder 750 jongvolwassenen, bleken baanzekerheid en werkomgeving de belangrijkste factoren bij het kiezen van de eerste baan. Bij een onderzoek onder 100 werkgevers, bleek dat werkgevers er vanuit gaan dat salaris en doorgroeimogelijkheden de belangrijkste factoren zijn voor mensen die komen solliciteren voor een eerste baan bij de werkgever.
Stelling
Voor jong volwassenen die solliciteren voor een tweede of derde baan in hun carrière, zijn baanzekerheid en werkomgeving van geen enkel belang.
Waarschijnlijk onwaar. Als baanzekerheid en werkomgeving de belangrijkste factoren zijn bij het kiezen van de eerste baan, is het erg onwaarschijnlijk dat deze factoren van geen enkel belang zijn bij een volgende baan.
We werken drie voorbeelden uit en vervolgens kun je zelf drie oefenopgaven doen die ingaan op het onderdeel deducties.