Bij vragen over argumenten krijg je vaak een kortere stelling of een vraag te zien, waarbij een argument wordt gepresenteerd. Jij moet aangeven of het argument sterk of zwak is. Je moet hierbij beoordelen of het argument direct ingaat op alle (belangrijke) elementen van de stelling
Voorbeeld
Zou het goed zijn voor de volksgezondheid als er extra belasting wordt geheven op suiker?
Argument
Nee, suiker is een belangrijk ingrediënt in veel recepten. Zonder suiker is het praktisch onmogelijk om cakes en taarten te bakken.
Uitleg
Dit is een zwak argument. Het argument is wellicht waar, maar het gaat niet goed in op de stelling. Het argument gaat namelijk niet in op de volksgezondheid en dit vormt de kern van de stelling.
Je kunt op de onderstaande punten letten bij het beoordelen van argumenten:
We werken drie voorbeelden uit en vervolgens kun je zelf drie oefenopgaven doen die ingaan op het onderdeel aannames herkennen.