Voorbeeld met een patroon boven de streep en een patroon onder de streep
Scan een breukenreeks altijd even op “onlogische” breuken. Soms zal er bijvoorbeeld 3/12 staan. Dan moet je je meteen afvragen waarom er geen ¼ staat. Het is soms belangrijk om de breuken in je hoofd (of op een kladblaadje) op verschillende manieren te schrijven, anders is het soms onmogelijk om een reeks met een patroon boven en onder de deelstreep op te lossen. Bijvoorbeeld:
Het eerste dat opvalt is 9/15. Waarom staat hier geen 3/5 , of 6/10? Verder is er op het eerste gezicht geen duidelijk patroon, dus moeten we voor alle andere breuken ook kijken hoe we ze het beste kunnen schrijven. Na herschrijven:
Boven de streep wordt er steeds 1 opgeteld en onder de streep wordt er steeds 2 bij opgeteld. Dit is goed te zien met de onderstaande boogjes.
Het antwoord is 7/12.
Tip: Vrij weinig mensen kunnen dit soort opgaven oplossen en ze zullen ook niet vaak voorkomen in het assessment. Als je totaal niet comfortabel bent met breuken, kun je beter focussen op de andere patronen. Dit is geen schande, je kunt goed scoren op je assessment zonder dit patroon volledig te beheersen.