Cijferreeksen Uitleg 4 - Twee Reeksen In Één

Bij dit soort patronen zijn er eigenlijk twee patronen die door elkaar heen lopen. Een reeks voor de getallen op de oneven posities (Getal 1, 3, 5 etc) en een reeks voor de getallen op de even posities (Getal 2, 4, 6 etc)). Als je chronologisch door de getallen heen gaat, is er geen touw aan vast te knopen. Dit komt omdat de reeksen onafhankelijk zijn van elkaar. Een voorbeeld:

Als je naar de eerste 3 getallen kijkt, lijk je een makkelijk patroon te zien. Daarmee wordt je echter op het verkeerde been gezet. De boogjes zien er als volgt uit:

Hier geldt ook weer dat er heel veel verschillende variaties op dit patroon mogelijk zijn. Dit soort reeksen bevat vaak meer dan 4 of zelfs 5 getallen in de opgave, anders is het te moeilijk om het patroon te herkennen.

We werken eerst 3 voorbeelden uit en laten zien hoe je de boogjes moet tekenen. Daarna kun je zelf 3 oefenopgaven doen.